There will be happiness again after you, but there was so much happiness because of you too

In memoriam — Roos Kamlawatie Doelam

Rock & Vulcan

--

Roos Kamlawatie Doelam was een lieve, pittige en krachtige vrouw. Gevuld met liefde voor haar familie en naasten heeft ze zevenenzeventig jaar op deze aarde rondgelopen. Op vrijdagochtend 8 januari 2021 is ze overgestoken naar de andere zijde, en heeft ze eindelijk rust.

Het voelt vreemd om haar bij haar voornaam te noemen. Vanaf mijn geboorte ken ik haar namelijk gewoon als ‘adji’. Mijn hele leven lang is ze een constante geweest. Naarmate je ouder wordt, leer je dat de dood een onontkoombaar onderdeel is van het leven. Door het contrast met de dood is het leven iets kostbaars. In de cirkel van het leven is de kans ook groot dat je je grootouders als eerste zal verliezen, ook al is dit niet in beton gegoten. Hoe je het went of keert, ook al hoort het erbij, verlies is verschrikkelijk. Maar het leven van mijn adji was zo vol en rijk, dat kan niemand mij afnemen. Ook de dood niet.

Dienstbaar en empathisch

Mijn adji was een dienstbare en empathische vrouw. Vrijwel alles wat ze deed, stond in het teken van het welzijn van haar naasten, en dit uitte ze vaak via eten. Haar hele leven zorgde ze ervoor dat anderen genoeg te eten hadden. Op elke denkbare feestdag kookte ze voor haar kinderen en kleinkinderen, en belde ze ons allemaal om eten op te halen. Maar ze pakte het ook grootschaliger aan. Zo coördineerde ze het koken op grote bruiloften en verjaardagen waar honderden mensen aanwezig waren. Zelfs in haar laatste weken wilde ze anderen gevoed zien, en stond ze zwakjes in de keuken en eiste ze om te koken voor haar kinderen en kleinkinderen tijdens de feestdagen.

Mijn adji en ik

Als ik denk aan mijn adji, komen er veel herinneringen in mij op. Maar er zijn twee herinneringen die mij extra dierbaar zijn.

Toen ik een hele kleine jongen was, paste mijn adji veel op mij. Ik was een vrij druk kind en vroeg op momenten erg veel aandacht. Maar soms was mijn adji niet altijd in staat om mij bezig te houden. Op de momenten dat ze echt even wat anders moest doen, bijvoorbeeld douchen, liet ze mij in de babybox. Om mij bezig te houden terwijl zij wat anders deed, strooide ze een handje hagelslag in de box. Ik vond hagelslag zo fascinerend dat ik ze een voor een oppakte en in mijn mond stopte. Ik was zo geconcentreerd dat het me soms wel vijftien minuten bezighield. In die vijftien minuten kon mijn adji dan rustig douchen.

De andere herinnering komt ook uit mijn kindertijd. In die herinnering staan stenen centraal, wat op een symbolische manier mooi is omdat mijn naam frans is voor ‘steen’. Mijn adji nam mij vaak mee op wandelingen. Op een van die vele wandelingen vond ik een steen die ik er leuk uit vond zien. Dat steentje heb ik toen opgepakt en bij mij gehouden. Later gaf ik haar die steen als cadeautje. Ik vond de steen erg mooi en wilde dat zij die zou hebben. Ze koesterde de steen en stopte deze in haar jaszak. De steen heeft haar zijde nooit verlaten, want tot op de dag van vandaag rust dat steentje nog steeds knus en veilig in haar jaszak.

Het laatste moment

Ik was bevoorrecht om afscheid te kunnen nemen van haar. Op donderdagmiddag zaten mijn familieleden en ik in de wachtruimte van het ziekenhuis. Mijn vader en mijn tante waren bij haar en die dag zouden de laatste momenten zijn. Na enkele uren liep mijn vader plots de wachtruimte in. “Ze weet dat jullie er zijn, ze wil jullie nog een laatste keer zien”, zei hij terwijl hij voor ons stond. Adrenaline nam mijn lichaam over want ik had dit niet verwacht. Twee dagen eerder had ik haar namelijk al bezocht en dacht ik op dat moment dat dat het laatste afscheid was.

Mijn zusje en ik verspilden geen seconde. We snelden de trap op richting de verdieping waar zij lag. Eenmaal omgekleed in beschermende kledij liepen we haar kamer in. Mijn tante zat naast het bed maar maakte plaats voor ons toen ze ons zag. We liepen naar het bed toe en hielden mijn adji’s handen vast. Ik probeerde al mijn tranen tegen te houden. Mijn verdriet deed er op dat moment niet toe. Het belangrijkste was dat mijn adji mij nog één laatste keer kon zien.

In de laatste momenten dat ik haar zag, ging ik naast haar zitten en hield ik haar handen vast. Haar handen waren warm en ze kneep zachtjes in mijn handen. Ik keek haar aan in haar ogen en bedankte ik haar voor alles. Na enkele minuten bedacht ik me dat ik hier niet voor altijd kon zitten, hoe graag ik dat ook zou willen. Ik liet haar hand rustig los en liep langzaam naar achter, wetende dat dit de allerlaatste keer was dat ik mijn adji zou zien. Seconden voelden aan als uren. Toen ik me uiteindelijk omdraaide en de kamer uitliep, kon ik de tranen niet meer tegenhouden. Ik hurkte tegen de muur en terwijl ik huilde, zei ik stilletjes tegen mezelf dat ik voor altijd van haar zou houden.

--

--